De vallende aanslag
Leg de rechter onderarm op de rand van de klankkast.
Zorg dat er ruimte is tussen de pols en de klankkast.
De duim staat voor de vingers.
Sla nu met de wijsvinger de dunste snaar aan
en “val” met diezelfde vinger op de bovenliggende snaar.
Dit noemen we de vallende, of apoyando-aanslag.
We doen dit steeds afwisselend met de wijs en middelvinger, zodat je met “lopende vingers” speelt.
De vingers van de rechterhand krijgen een letter.
Kijk maar eens naar de filmpjes.