De Linkerhand
Met de vingers van de linkerhand spelen
we verschillende tonen.
Je duwt met het topje van de vinger
de snaar tegen de fret. Zorg dat je korte nagels hebt, anders duw je met de nagel in het hout.
Zet de vinger zo dicht mogelijk
tegen de fret aan, maar niet erop!
De vingers krijgen een cijfer.
Elke vinger heeft zijn eigen vakje of fret.
Kijk maar naar het plaatje hiernaast.
De duim staat achter de hals en wijst omhoog.
Dezelfde kant op als de fretten.
Nu gaan we toveren op de gitaar.
Luister het liedje goed zodat je het al kan zingen, dan wordt het oefenen veel makkelijker omdat je weet hoe het moet klinken.